Vandaag was de eerste officiële afspraak met Tinie voor haar praatboek. De dictafoon was opgeladen. Weer helemaal vol. Na het intakegesprek met Tinie was het mij duidelijk geworden dat mijn dictafoon goed zijn werk moest doen, want steno schrijven beheers ik niet.
Ik was er helemaal klaar voor. Klaar om samen met Tinie een duik in haar levensgeschiedenis te maken.
Tinie zat al op mij te wachten. Op de tafel lagen de fotoalbums en plakboeken klaar, inclusief twee schoenendozen vol met herinneringen. Bovenop de stapel het lievelingsgedicht van Tinie haar moeder en een bruingekleurd boekje.
Dat boekje is het poëziealbum van Tinie. Het was het eerste wat ze mij vandaag liet zien en waar ze helemaal vol van was. Dat poëziealbum had Tinie aan het begin van de oorlogsjaren op haar tiende verjaardag gekregen. Het had de tand des tijds prima doorstaan en Tinie liet mij erin bladeren. Bij elke bladzijde vertelde zij vol enthousiasme over de auteur.
Uiteraad begint het poëziealbum met Tinie haar eigen handschrift. “Deez album behoort aan mij, zolang ik hoop te leven,……..” Ach, het klinkt voor velen zo bekend. Welk meisje van toen heeft het niet voor in haar eigen poëziealbum staan? “Het is eigenlijk best wel jammer”, zo zei Tinie,”Dat de kinderen tegenwoordig geen poëziealbum meer hebben. Mijn kleindochters hebben er ook geen en ik had zo graag wat persoonlijks voor hen op papier willen zetten met een lief plaatje erbij. Ik heb wel in hun vriendenboekje geschreven hoor”. Dat laatste zegt ze een beetje lachend. En ze zegt erbij dat dat toch heel wat anders is dan een poëziealbum waarin iedereen met liefde en aandacht een leuk, soms zelfgemaakt, versje heeft geschreven.
“Kijk”, zegt ze,”zelfs mijn beppe heeft er nog ingeschreven”. Aandoenlijk om naar dat bibberige handschrift te kijken. “Poëziealbum-plaatjes had ze niet, die moest ik er zelf maar bij plakken”.
Ja, zo’n poëziealbum is toch echt een waardevol en persoonlijk tijdsbeeld. “En, hier. Mijn heit en mem hebben er ook allebeide ingeschreven. Heit een lied dat wij vroeger ook op school hebben geleerd en mem een gedicht waarin zij mij veel hoop en liefde wenst op mijn weg naar de grote mensenwereld. Dat is toch ontroerend?”
De versjes geven een tijdsbeeld aan, maar niet minder geldt dat voor de handschriften. Allemaal in keurig schoonschrift, met hier en daar een klein inktvlekje. Het lijkt wel alsof er niemand was die toen niet keurig kon schrijven. En dan de plaatjes. Ook die laten een prachtig tijdsbeeld zien. Het album staat vol met plaatjes van bloemen, vooral rozen, vogeltjes en engeltjes.
Tinie is er terecht zuinig op.
“Maar drinkt u nu eerst uw koffie maar op, voordat het koud is geworden. ”
Nou, Tinie, ik heb mijn koffie al op , maar op haar eigen kop koffie zou je bijna kunnen schaatsenrijden.