Ansichtkaart uit 1889

Ansichtkaart uit 1889

Het duurt nog een halfjaar en de zomer is nog maar nauwelijks begonnen, maar toch wil ik het hebben over een nieuwjaarskaart.  Omdat ik de kaart een paar dagen geleden in handen kreeg en het toch wel een bijzonderheid vind. Het is namelijk een nieuwjaarskaart die in 1889 werd verstuurd.  Het poststempel is op 1 december 1889 gezet. Dat is zo’n 128 jaar geleden! De afzender van de kaart is uiteraard al overleden en de ontvanger ervan ook. Maar deze kaart is de stille getuige van een nieuwjaarswens die Klaas zijn neef Hains voor het nieuwe jaar 1890 toewenste.


Tegenwoordig zijn de wensen op dit soort kaarten, voor zover die nog verstuurd worden nu de social media de overhand heeft gekregen, kort en bondig. Wat een contrast met 128 jaar geleden!
Op de kaart, die werd uitgegeven door uitgeverij Kousbroek uit Leiden, staat een litho van Faddegon en Co uit Amsterdam, waarop de kleur goud de boventoon voert. En de wens op de kaart, is ook zeker het vermelden waard.
“Ik wensch u heil
En zonder peil
Zij d’Oceaan van zegen,
Dien God u toezend”in dit jaar
Hij zij uw vaste steunpilaar,
Uw licht op al uw wegen”
En daaronder een tekst uit het bijbelboek Daniël.
Kom daar tegenwoordig nog maar eens om.
Zo vind je ze tegenwoordig niet meer. Zelfs niet in de Evangelische boekhandels.
Uitgever Kousbroek maakt in de krant van die tijd reclame voor dit soort nieuwjaarskaarten, waarbij hij aangeeft dat de achterkant (!) van de kaarten een grote variëteit aan platen heeft en dat de uitvoering niet onverdienstelijk is.
Blijkbaar is het gedeelte van de kaart waar het adres wordt geschreven, de voorkant. En de afbeelding staat op de achterkant. Heb ik me daar altijd in vergist.


Zoals gezegd, is de kaart door Klaas aan zijn neef Hains gestuurd. Dat de ontvanger Hains Simkes Muizelaar uit Warns is, valt duidelijk uit de kaart te herleiden. Maar ook dat zijn neef Klaas de afzender is, kan met enige zekerheid worden aangenomen. De afzender heeft  alleen “K.G.M.” geschreven.  En dat moet vrijwel zeker Klaas Gerkes Muizelaar zijn. De exact één jaar en één dag oudere Gaasterlandse neef van Hains.

Deze kaart dateert uit de periode dat het sturen van ansichtkaarten nog een nieuw fenomeen was. Het is dan ook een zogenoemde voorloper. Ze worden zo genoemd, omdat tot begin 1900 de achterkant , of is het toch de voorkant, van een ansichtkaart alleen gebruikt mocht worden voor adresgegevens en de naam van de afzender.  Wilde je toch een bericht op een kaart schrijven, dan betaalde je ook meer porto. Later werden ansichtkaarten in tweeën gedeeld, waarbij op de linkerhelft een bericht kon worden geschreven.

Een hele oude ansichtkaart……… Maar er valt toch best wel wat over te vertellen. En het is nog leerzaam ook!

Ik ben benieuwd wie er een nog oudere nieuwjaarskaart bezit.  Laat het mij maar weten.

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

In functie zijn

Had ik de koster van de plaatselijke kerk aan de lijn. Omdat ik mij o.a. bezighoud met historie en ruime onderwijservaring heb, wilde ze mij eigenlijk wel een vraag stellen. Vragen staat vrij, antwoord geven is niet verplicht 😉
Ze zat een beetje in nood….. Zojuist had ze te horen gekregen dat er morgen een schoolklas de kerk wil komen bezichtigen. Oh, dat is leuk. Ja, zoiets is altijd leuk. Maar de koster zelf is morgen verhinderd. En of ik dan…. ja, je voelt het al, de schoolklas zou willen ontvangen en de schoolkinderen een rondleiding door kerk wil geven. En dan de volgende ochtend al, om 9.00 uur.
Daar hoefde ik niet lang over na te denken en zei in mijn enthousiasme meteen “ja”. Met mijn jarenlange onderwijservaring moet dit vast en zeker lukken.
Nadat ik deze middag eerst een bespreking had, heb ik mij verdiept  in de geschiedenis van de oude dorpskerk. Toch fijn dat er in het verleden amateur historici zijn geweest die interessante naslagwerkjes hebben nagelaten. En dan kom je leuke informatie tegen. Kijk, dat er op de torenspits een haan staat, dat is vrij algemeen. Maar dat er op het achtereind van het dak een kip staat, dat is dan weer wat minder bekend.
Wetenswaardige informatie. En overal is over nagedacht. Achter vrijwel alles in de kerk schuilt een diepere betekenis.


Vanochtend vroeg stond ik dan “in functie” bij de kerk. Een meervoudige functie. Ik besefte mij op het moment dat ik de kerkdeur opendeed, dat ik even de kostersfunctie had. En al oriënterend in de kerk kwamen daar nog meerdere functies bij. Namelijk die van gids, groepsleider, onderwijzer, ordebewaarder, maar ook die van toerist. Als rondleider in de kerk, ga je jezelf toch ook het één en ander afvragen over wat je ziet. Hm, nog een functie, die van student. Nooit te oud om ervaringsgericht te leren.

Terwijl ik nog even om mij heen sta te kijken, als eenling in die grote kerk, hoor ik het gejoel van kinderstemmen om de kerk heen komen. Heerlijke onbevangen geluiden. En ik voel weer even mijn onderwijzershart.
Ik denk dat vanochtend de functie van onderwijzer mij het meest beviel.

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

Limburgse evacués

Of ik ook een levensboek wilde maken voor haar vader, vroeg de vrouw. “Hij hoopt deze zomer 85 jaar te worden en dan lijkt een levensboek ons een mooi cadeau.”
Dat kan ik natuurlijk alleen maar onderstrepen.
De vrouw geeft aan dat zij en de overige familieleden ook zo graag meer willen weten over het leven van hun vader tijdens de oorlogsjaren van 1940 – 1945. En met die gerichte opdracht in mijn achterhoofd maak ik een afspraak met haar vader.

Nu, enkele maanden later, ligt het levensboek van vader bij de drukker. Ik kijk terug op waardevolle gesprekken met een levenslustige man van bijna 85 jaar. En toen de de Tweede Wereldoorlog ter sprake kwam, zei de man dat hij nog altijd  contact onderhoudt met de Limburgse evacués.
Limburgse evacués? Daar wilde ik meer over weten.
Het toeval wil dat hierover gisteravond een documentaire op NPO2 werd uitgezonden. “De oorlogswinter van Roermond”.

Hoewel het zuiden van Nederland in het najaar van 1944 al was bevrijd, bleef de strijd om bepaalde plaatsen, zoals Roermond, in Limburg doorgaan. Er werd in Limburg nog behoorlijk gevochten en de inwoners werd verzocht om uit veiligheidsoverwegingen te evacueren.  Het was de hongerwinter van 1944 – 1945 dat duizenden gedwongen geëvacueerde Limburgers vertrokken naar het noorden van het land. Meestal lopend, soms op een kar of slee, gaan de mensen naar het Duitse Brügge.  Daar worden ze onder slechte omstandigheden opgevangen in een fabriek. Er vertrekken vanuit Brügge treinen richting Friesland en Groningen. Maar de treinen rijden stapvoets en er is veel oponthoud. Soms worden er ook treinen beschoten. De omstandigheden zijn slecht. De reis door Duitsland naar noord Nederland is er één van enkele dagen tot een week.

Ook in Friesland komt een hele groep Limburgers aan die allemaal bij inwoners moeten worden ondergebracht. Men is verplicht om hier als inwoners aan mee te werken. Werkt iemand niet mee, dan is de kans groot dat men zijn huis kwijtraakt.
In de grotere plaatsen worden de Limburgse evacués tijdelijk in openbare gebouwen ondergebracht en van daaruit ondergebracht bij de mensen op het platteland.  Ze worden dan vaak opgehaald  met paard en wagen en verspreid onder de inwoners van de verschillende dorpen.

Bij de het ouderlijk gezin van de bijna 85-jarige die ik mocht interviewen, werd toen een jong echtpaar ondergebracht.  En hoewel de omstandigheden moeilijk waren, hebben ze er met elkaar het beste van weten te maken. Al zaten ze soms wel in spanning. Zoals die keer dat er een razzia in het dorp werd gehouden en alle jongemannen werden gezocht die de leeftijd hadden om in Duitsland te werk te worden gesteld. Ook de jongeman van het geëvacueerde echtpaar.
Hij werd verstopt in een diepe kledingkast en zijn vrouw moest “ziek” op bed gaan liggen.
Er werden die avond uiteindelijk 18 jongemannen in het dorp opgepakt en vastgezet in het dorpscafé om later naar Duitsland te worden gebracht. Maar de evacué hebben ze niet gevonden.

En dan is dit nog maar een fragment uit het hele verhaal.

Wil jij ook meer weten over het leven van jouw ouders of grootouders? En vind je het ook belangrijk dat die verhalen bewaard moeten blijven? Neem dan contact op voor meer informatie.

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

Afstand nemen

Vandaag zat ik op mijn kantoor te werken aan een opdracht.  Weer zo’n ontzettend leuke opdracht waar je energie van krijgt en waarbij je geneigd bent om zonder onderbrekingen aan één stuk door te werken.  Lekker ” in the flow” dus.
En doorwerken wil ook wel op zo’n dag als vandaag. Want hoewel we al ruim een maand in het voorjaar zitten, voelt het buiten soms nog guur aan. Dat het voorjaar is, zien we buiten aan de natuur.  Alles staat prachtig in bloei. En in de sloot zwemmen de kuikentjes volgzaam achter moeders aan.
Maar daar is dan ook bijna alles mee gezegd. Hoewel het al eind april is, hangt de zomerjas nog in de kast. Eigenlijk is het gewoon een ouderwetse Hollandse lente. En met het gure weer, waarbij de regen- en hagelbuien volop aanwezig zijn, is het binnen werken aan een opdracht dan ook geen straf.  April doet wat hij wil.

Totdat daar opeens een warme zonnestraal mijn kantoor in komt vliegen. Zo’n zonnestraal die denkt: “Nu heb ik lang genoeg achter die volle, grijze, waterwolk verstopt gezeten. Ik tover een zilveren rand om de wolk en laat zien dat het nu mijn beurt is!”

En kijk, die warme, misschien maar kortdurende zonnewarmte in mijn kantoor, zorgt ervoor dat ik mijn opdracht even laat voor wat het is. Mijn lunchpakketje tevoorschijn haal en mij nestel in een beschut plekje in de tuin.  En dat is niet alleen genieten, maar ook weer energie opdoen.
Energie opdoen?
Die opdracht, die gaat lekker. Doorwerken zonder onderbrekingen, dat leek vanochtend geen probleem. Energie in overvloed…. toch???

Zodra ik weer plaats neem achter mijn bureau, delete ik het document waar ik mee bezig was en verscheur alle aantekeningen van vandaag.  Ik begin lekker helemaal opnieuw!
Soms moet oude energie worden ververst.  Dankjewel zon!

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

Een tevreden klant

Foto’s spreken altijd tot de verbeelding.  Afgezet tegen de tijd en het moment dat ze zijn gemaakt.
Tegenwoordig kun je met je smartphone overal en op elk gewenst moment een foto maken. De foto’s die we op de social media tegen komen zijn daar het voorbeeld van.  Een druk op de knop, of één swipe met je vinger en de foto is gemaakt en staat in no time online, als je dat wilt. Al dan niet voorzien van een filter.

Vorige week kreeg ik een opdracht om een oude verkleurde foto te repareren. De foto was gemaakt tijdens een skûtsjewedstrijd in het begin van de zestiger jaren.
Het betrof een kleurenfoto. En zoals veel kleurenfoto’s uit de periode dat de kleurenfotografie in opmars kwam, had ook op deze foto de blauwe kleur in de afgelopen decennia de overhand gekregen.
Of ik dat ook kon herstellen, was de vraag van de klant. En ook de oneffenheden waar mogelijk wegwerken.
Ik heb beloofd dat ik mijn best zou gaan doen.

Nadat ik de foto in een hoge resolutie had ingescand kon ik mij uit gaan leven in het bewerken van de foto.
En dat bleek nog een behoorlijke klus te zijn. Overal op de foto waren groene vlekjes zichtbaar geworden en die moesten stuk voor stuk worden behandeld.  Zo gezegd, zo gedaan.
Vervolgens ging ik aan de slag om als een ware speurneus de andere oneffenheden weg te werken om daarna de kleur proberen aan te passen.  Sommige kleurtinten werden verlaagd, waar andere juist werden verhoogd.

En nu, nadat ik de foto even heb weggelegd om een dag later de gemaakte aanpassingen opnieuw te bekijken, kan er bericht naar de klant dat de foto klaar is.
En de klant? Die is dik tevreden!

De oorspronkelijke foto en het eindresultaat.

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

De volgende afspraak

De volgende afspraak

De tweede praatboek-afspraak met Tinie was al snel gemaakt. Besloten werd om dat over twee weken te gaan doen. In de tussenliggende tijd zou Tinie kijken welke foto’s uit haar albums een plekje verdienen in het praatboek. Eén ding wist ze al daarbij. Een foto van haar man mag in het praatboek niet ontbreken.
“Sjirk was de liefde van mijn leven”, zegt Tinie en om haar mond verschijnt een vertederende glimlach.

Het is het bekende verhaal van twee kinderen die bij elkaar in de klas hebben gezeten, maar toen nog geen oog voor elkaar hadden. Na de lagere school ging Tinie naar de huishoudschool en daarna werkte ze als hulp in de huishouding bij de notaris. Sjirk belandde bij de timmerman, twee dorpen verderop. Beiden gingen ze overdag op in hun werk en ‘s avonds was er dan de tijd om hun sociale contacten te onderhouden. Naar de film met vrienden of vriendinnen, bij elkaar thuis gezelschapsspelletjes doen of plaatjes draaien en dan proberen om de teksten op te gaan schrijven. Een ietwat verbleekt schrift tussen Tinie haar spullen op tafel is daar een bewijs van.

Maar op woensdagavond was er de jongens- en meisjesvereniging. Een serieuze aangelegenheid, waar het altijd erg gezellig was en veel plezier werd gemaakt.
En daar, op één van die avonden, is de vonk tussen Tinie en Sjirk overgeslagen en nooit meer uitgegaan. Vier jaar hadden ze vaste verkering, toen zijn ze verloofd en een jaar later getrouwd. Helemaal op de manier zoals dat toen gebruikelijk was. En omdat er eerst ook geen woonruimte beschikbaar was, hebben de tortelduifjes anderhalf jaar bij Sjirk zijn ouders in huis gewoond.

Terwijl Tinie me dit allemaal zit te vertellen, besef ik me hoeveel er in de tijd na de tweede wereldoorlog is veranderd. Decennia lang waren er vanzelfsprekendheden waar je aan voldeed en die goed werden gevonden, omdat ze altijd al zo waren geweest. Maar de tijd van wederopbouw is er ook één geweest van nieuwe ideologieën met de daarbij horende veranderingen. Voor oude zekerheden kwamen er nieuwe in de plaats. En dat bracht ook wel weer onzekerheid met zich mee. Want voordat een zekerheid ook daadwerkelijk als een zekerheid gaat voelen ben je soms al heel wat jaren verder.

Eén zekerheid staat vast. Je leeft in het nu en kijkt vooruit. En als het goed is, vol verwachting de toekomst tegemoet. Maar soms is achterom kijken niet erg. Want de vanzelfsprekendheden van vroeger zijn de basis voor de zekerheden van morgen.

Toch waardevol, zo’n praatboek!

Het poëziealbum

Vandaag was de eerste officiële afspraak met Tinie voor haar praatboek. De dictafoon was opgeladen. Weer helemaal vol.  Na het intakegesprek met Tinie was het mij duidelijk geworden dat mijn dictafoon goed zijn werk moest doen, want  steno schrijven beheers ik niet.
Ik was er helemaal klaar voor. Klaar om samen met Tinie een duik in haar levensgeschiedenis te maken.

Tinie zat al op mij te wachten. Op de tafel lagen de fotoalbums en plakboeken klaar, inclusief twee schoenendozen vol met herinneringen. Bovenop de stapel het lievelingsgedicht van Tinie haar moeder en een bruingekleurd boekje.
Dat boekje is het poëziealbum van Tinie. Het was het eerste wat ze mij vandaag liet zien en waar ze helemaal vol van was. Dat poëziealbum had Tinie aan het begin  van de oorlogsjaren op haar tiende verjaardag gekregen. Het had de tand des tijds prima doorstaan en Tinie liet mij erin bladeren. Bij elke bladzijde vertelde zij vol enthousiasme over de auteur.

Uiteraad begint het poëziealbum met Tinie haar eigen handschrift. “Deez album behoort aan mij, zolang ik hoop te leven,……..” Ach, het klinkt voor velen zo bekend. Welk meisje van toen heeft het niet voor in haar eigen poëziealbum staan? “Het is eigenlijk best wel jammer”, zo zei Tinie,”Dat de kinderen tegenwoordig geen poëziealbum meer hebben. Mijn kleindochters hebben er ook geen en ik had zo graag wat persoonlijks voor hen op papier willen zetten met een lief plaatje erbij. Ik heb wel in hun vriendenboekje geschreven hoor”. Dat laatste zegt ze een beetje lachend. En ze zegt erbij dat dat toch heel wat anders is dan een poëziealbum waarin iedereen met liefde en aandacht een leuk, soms zelfgemaakt, versje heeft geschreven.

“Kijk”, zegt ze,”zelfs mijn beppe heeft er nog ingeschreven”. Aandoenlijk om naar dat bibberige handschrift te kijken. “Poëziealbum-plaatjes had ze niet, die moest ik er zelf maar bij plakken”.
Ja, zo’n poëziealbum is toch echt een waardevol en persoonlijk tijdsbeeld. “En, hier. Mijn heit en mem hebben er ook allebeide ingeschreven. Heit een lied dat wij vroeger ook op school hebben geleerd en mem een gedicht waarin zij mij veel hoop en liefde wenst op mijn weg naar de grote mensenwereld. Dat is toch ontroerend?”

De versjes geven een tijdsbeeld aan, maar niet minder geldt dat voor de handschriften. Allemaal in keurig schoonschrift, met hier en daar een klein inktvlekje. Het lijkt wel alsof er niemand was die toen niet keurig kon schrijven. En dan de plaatjes. Ook die laten een prachtig tijdsbeeld zien. Het album staat vol met plaatjes van bloemen, vooral rozen, vogeltjes en engeltjes.
Tinie is er terecht zuinig op.
Poëziealbumplaatje

“Maar drinkt u nu eerst uw koffie maar op, voordat het koud is geworden. ”
Nou, Tinie, ik heb mijn koffie al op , maar op haar eigen kop koffie zou je bijna kunnen schaatsenrijden.

Het is leuk wanneer je dit deelt op social media.

Tinie

Dat een praatboek zo positief wordt ontvangen!
Eerst reageerde ze een beetje terughoudend op het voorstel van de kinderen dat ze graag een praatboek over haar wilden laten maken. Uiteindelijk werd er toch een afspraak voor een kennismakingsgesprek gemaakt.
“Ja, de kinderen willen het zo graag.” Prima, geen probleem. Maar ze moet er zelf wel achter staan natuurlijk.

En zo rijd ik op een winterochtend rond 10.00 uur de straat binnen waar Tinie, laat ik haar voor het gemak zo maar even noemen, woont.  Een keurige buurt, dat zie je meteen.  Nog een nieuwe buurt ook. Ook dat zie je meteen. Als straks het voorjaar aanbreekt, dan zullen de perkjes in deze buurt er picobello uit komen te zien. Keurig onderhouden met bij de voordeur potterie met prachtige zomerbloeiers.
Ik parkeer mijn auto op de vrijwel lege parkeervoorziening die de straat rijk is. Stap uit en loop het pad op naar de voordeur.
Tijd om aan te bellen krijg ik niet, want de voordeur wordt met een uitnodigende zwaai opengedaan. “Ja, ik zag u al aankomen. Komt u maar gauw binnen. Zal ik uw jas even aannemen? Zo fijn dat u er bent. Zoveel bezoek krijg ik niet. Ja, mijn kinderen komen regelmatig langs hoor. En de kleinkinderen ook uiteraard. Daarover heb ik niet te klagen, maar een nieuw gezicht mogen begroeten doet me goed. Ja, op mijn leeftijd dan…..”
De kop was eraf. Het ijs was gebroken. Tinie praatte aan één stuk door en de tijd vloog voorbij.  Ze had zelfs al foto’s klaarliggen die ze graag wilde bespreken en het lievelingsgedicht van haar moeder.
Na een klein uurtje stapte ik weer voldaan het huis uit.
Het kennismakingsgesprek kon niet meer stuk. Deze ochtend zat ik tegenover een mevrouw die van harte mee wil werken aan een praatboek over haar leven en er de waarde van inziet. De volgende afspraak staat met grote letters genoteerd op Tinie haar kalender van de omroepgids. En ik besef me dat het praatboek van Tinie weleens een omnibus kan worden 🙂
Maar eerst maar even op adem komen met een stevige wandeling en daarna een sterke kop koffie !

Een praatboek????

“Een praatboek, zeg je? Ach, zo’n levensboek is niks voor mij.” Ja, maar mevrouw, een praatboek is geen levensboek. En een levensboek is geen praatboek 🙂
Al zijn er wel raakvlakken aanwezig.

Maar waarom zou een praat- of levensboek niet iets voor iemand zijn? Iedereen heeft een levensverhaal. Iedereen beleeft van alles in zijn leven. En dat kan heftig zijn, of ontroerend, verdrietig, mooi, blij, emotioneel of vul maar in.
Oké, dat is waar. Maar dat hoeft dan toch niet aan de grote klok te worden gehangen en wie heeft er belang in het verhaal van Jan met de pet?

In een praat – of levensboek wordt echt niet iemand zijn doopceel helemaal gelicht, maar de meest aansprekende zaken komen aan bod. En als iemand niet wil dat bepaalde zaken vermeld worden, dan kan dat altijd worden aangegeven. En wat nog handiger is: gewoon de mond dicht houden als iets verzwegen moet blijven. 😉  Iedereen neemt geheimen mee tijdens zijn laatste reis. Maar voor kinderen, kleinkinderen of andere naaste familieleden kan het waardevol zijn om bepaalde dingen toch te weten, zodat ze niet met allemaal vragen blijven zitten. En ook bepaalde voorvallen, reacties, handelingen, beter kunnen begrijpen. Vertrouw er maar op dat een praat- en levensboek met de nodige precisie wordt samengesteld. En tijdens het maken kan alles nog worden bijgesteld. Geruststellende gedachte toch?

En dan nog even over die Jan met de pet? Wie is dat? Jan met de pet is de persoon met het levensmotto “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” of “wij zijn maar gewone mensen hoor”.
Waarom zou het verhaal van een vooraanstaand iemand belangrijker zijn dan dat van jou? Het hoeft niet altijd over spanning, sensatie en rijkdom te gaan. Het kan ook over rust, armoede of ingetogenheid gaan.
Vertel het verhaal van jouw leven en ervaar dat de mensen om je heen gaan vragen naar het hoe en waarom, je misschien wel beter gaan begrijpen en aandacht hebben voor dat wat jij hebt meegemaakt .

En nu denk jij na het lezen van het bovenstaande: “Dus een praatboek en een levensboek zijn wel hetzelfde? ”
Je zou het inderdaad bijna gaan denken. Maar een praatboek haalt in beelden en korte teksten of spreuken bepaalde elementen uit het leven naar voren. En dat zijn vaak de dingen die achter het levensverhaal nog verborgen zitten. En een praatboek nodigt uit tot? Inderdaad: praten!
En ik heb nu weer voor genoeg gepraat. Tot de volgende blog!

 

error: Content is protected !!